Sail
Ik probeerde me voor te stellen hoe dat nou zou zijn, dobberend op zee, met om je heen niets anders dan de woelige baren en de horizon. Of zie je dan vier horizonnen? En dan zou ik daar liggen in het net onder de boegspriet, met een boekje en een zonnebril, terwijl aan dek vijftig matrozen in witte pakjes en blauwe kragen met die robuuste Russische petten op, liedjes zongen en schrobten. 's Avonds ging ik slapen in mijn hangmat, zachtjes wiegend op de deining van de golven en als ik dan door mijn patrijspoort keek, zou ik niks anders zien dan het groenblauwe water.
Ondertussen ploegde ik voort op de kade van het IJ, terwijl mijn achterbuurman op mijn slipper stond en ik struikelde over een buggy.
Ondertussen ploegde ik voort op de kade van het IJ, terwijl mijn achterbuurman op mijn slipper stond en ik struikelde over een buggy.
Toen wij van Rotterdam vertrokken,
BeantwoordenVerwijderenmet de "Edam" een ouwe schuit,
met kakkerlakken in de midscheeps
en rattennesten in ’t vooruit….
Toen hadden we een kleine jongen
als ‘ketelbink’ bij ons aan boord
die voor den eersten keer naar zee ging
en nooit van haaien had gehoord……….
Die van zijn moeder aan de kade
wat schuchter afscheid nam
omdat-ie haar niet durfde zoenen,
die straatjongen uit Rotterdam……..
Hij werd gescholden door de stokers
omdat-ie van de eersten dag,
toen wij maar net de pier uitwaren
al zeeziek in het ‘foc-sle’ lag…..
En met jenever en citroenen
werd hij weer op de been gebracht,
want zieke zeelui zijn nadelig
en brengen schade aan de vracht…..
Als-ie dan sjouwend met zijn ketels
van de kombuis naar voren kwam,
dan was het net een brokkie wanhoop,
die straatjongen uit Rotterdam…..
Wanneer hij ’s avonds in zijn kooi lag
en na zijn sjouwen eind’lijk sliep
dan schold de man die ‘wacht-te-kooi’ had
omdat-ie om zijn moeder riep….
Toen is-ie op een mooien morgen
’t was in den Stille Oceaan,
terwijl ze brulden om hun koffie,
niet van zijn kooi goed opgestaan…
En toen de stuurman met kinine
en wonderolie bij hem kwam,
vroeg hij een voorschot op zijn gage
voor ’t ouwe mens in Rotterdam………
In zeildoek en met rooster baren
werd hij dien dag op ’t luik gezet,
de kapitein lichtte zijn petje
en sprak met groc-stem een gebed…..
En met "Een-twee-drie-in-Godsnaam!"
ging ’t ketelbinkie overboord,
die ’t ouwetje niet durfde zoenen
omdat dat niet bij zeelui hoort……
De man een extra mokkie ‘schoot-an’
en ’t ouwe mensch een telegram
dat was het einde van een ‘zeeman’
die straatjongen uit Rotterdam……….